U ontvangt elk jaar een uitnodiging om met uw hond naar de praktijk te komen voor een gezondheidscontrole. Er wordt dan ook gekeken welke vaccinaties uw dier nodig heeft.

Door te vaccineren bescherm je je dier tegen gevaarlijke ziektes. Het vaccin bestaat uit dode of verzwakte ziektekiemen. Deze maken je dier niet ziek, maar zorgen wel voor het aanmaken van antistoffen. Deze antistoffen zorgen ervoor dat je dier niet (of minder ernstig) ziek wordt bij het in contact komen met de ziekteverwekker.

Er kunnen tegen verschillende ziektekiemen gevaccineerd worden. Breng steeds het paspoort van uw dier mee naar de praktijk, zo kunnen we nagaan welke vaccinaties uw dier nodig heeft en het verder correct aanvullen.

Standaard wordt er jaarlijks gevaccineerd tegen rattenziekte en indien nodig tegen kennelhoest (dit wordt samen met u besproken in de praktijk).
De ziektes tegen parvo, distemper en hepatitis bieden (na een goeie basisvaccinatie als pup) drie jaar bescherming.
Sinds een aantal jaar is het ook mogelijk om meer op maat te vaccineren door middel van titerbepaling. U kunt hier meer over lezen.
Als u van plan bent om met uw hond mee te nemen naar het buitenland, dan is de vaccinatie tegen hondsdolheid (rabiës) verplicht. Dit vaccin moet minstens 3 weken voor vertrek toegediend worden en blijft drie jaar geldig.

Leptospirose is een ziekte die ernstige gevolgen kan hebben voor zowel mens als dier.
De belangrijkste gastheren en dus ook infectiebronnen zijn muizen en ratten. Als zij besmet zijn, scheiden ze leptospiren uit via de urine en kunnen zo de omgeving besmetten.
De grootste kans om leptospirose op te lopen is dus op plaatsen waar veel knaagdieren zitten en besmet oppervlaktewater. De bacterie kan zich namelijk gemakkelijk in het water verspreiden, vooral bij warm weer. Daarom is het afgeraden om uw hond te laten zwemmen in lauw, stilstaand water. Ook water dat in grachten staat vermijd je beter. Wees ook zelf voorzichtig, want ook wij kunnen deze infectie oplopen!
Als een hond besmet is met leptospirose, verloopt het ziektebeeld meestal acuut, waarbij sufheid, koorts, braken, diarree, geelzucht en nierfalen gezien wordt.
Omdat Leptospirose ook een risico vormt voor de mens, is een jaarlijkse vaccinatie van uw hond sterk aangeraden.

Parvo is een, nog vaak voorkomende, besmettelijke infectie van het maag-darmkanaal die veroorzaakt wordt door het Canine Parvovirus en die helaas een hoog sterftecijfer kent bij jonge pups.
De symptomen van een parvo-besmetting zijn braken, stinkende diarree, lusteloosheid, geen eetlust, uitdroging en hoge koorts. We zien dit vooral bij jonge pups die nog maar kort bij de nieuwe eigenaars wonen. Door de verhuis krijgt de pup wat stress en daalt de afweer, waardoor hij gevoeliger wordt om ziek te worden.
Geïmporteerde pups hebben ook meer kans om deze ernstige ziekte te krijgen, aangezien deze hondjes niet altijd correct gevaccineerd werden en/of te weinig kwaliteitsvolle moedermelk kregen.

De diagnose kan gesteld worden door een sneltest in de praktijk. Het is zeer belangrijk om hygiënisch met deze pups om te gaan en deze in quarantaine te verzorgen, wegens het gevaarlijke en erg besmettelijke karakter van het virus. Vooral via de stoelgang en het braaksel wordt er veel virus uitgescheiden.

Het Canine Distemper Virus is een besmettelijk virus dat vooral voor jonge honden (alsook fretten en vossen) gevaarlijk is. Door het jarenlang vaccineren tegen deze ziekte, komt deze in ons land gelukkig nog maar zelden voor.

Het virus is ongevaarlijk voor de mens, en wordt vooral via de lucht verspreid door besmette dieren (door hoesten en niezen). In eerste instantie krijgt het dier koorts en worden de luchtwegen aangetast. Problemen met het spijsverteringsstelsel wordt ook vaak gezien, alsook huidaandoeningen en zelfs aandoeningen van het zenuwstelsel.
Door de grote verscheidenheid aan klachten, is de diagnose niet zo gemakkelijk te stellen. Wanneer een dier toch van distemper wordt verdacht, zal er een neus/oogswab en/of bloedstaal afgenomen worden voor laboratoriumtesten.
 

Hepatitis wordt veroorzaakt door het Adeno-virus type 1 en is besmettelijk onder honden. Het virus wordt uitgescheiden en verspreid via het speeksel, de ontlasting en de urine van de besmette hond.
Door de ziekte zal de lever ontsteken wat resulteert in erg zieke en suffe dieren met koorts, veel drinken, braken, soms ook geelzucht vertonen. Dit ziektebeeld kan zeer acuut verlopen.
Het is een gevaarlijke ziekte die fataal kan verlopen. Daarom is een correcte vaccinatie ten zeerste aangeraden.
 

Kennelhoest zien we nog vrij regelmatig. Het is een verzamelnaam voor verschillende ziekteverwekkers die een infectie veroorzaken van de bovenste luchtwegen (neus, keel, luchtpijp).
Een hond met kennelhoest kan een vervelende droge hoest en koorts hebben, kokhalzen en soms minder goede eetlust. Over het algemeen herstellen de honden vrij snel, maar bij het te laat ingrijpen kan er een chronische kennelhoest of longontsteking ontstaan.
Gevaccineerde honden zijn niet 100% beschermd tegen kennelhoest, maar als deze honden besmet worden zullen ze veel mildere symptomen vertonen en herstellen ze sneller.

Het vaccin tegen kennelhoest is optioneel, dit wil zeggen dat we het niet standaard toedienen. Wel raden we het aan, omdat contact met andere honden toch moeilijk te vermijden is. Doordat kennelhoest zich snel kan verspreiden wanneer veel honden samen zijn, is dit vaccin wel verplicht als je hond naar een hondenschool, pension of hondenshow/evenement gaat.  
Bij het consult zal de dierenarts dit bespreken met u.
 

De vaccinatie tegen hondsdolheid is enkel noodzakelijk als u met uw dier over de grenzen reist. Het vaccin moet minstens 3 weken op voorhand toegediend worden en is 3 jaar geldig.
Hondsdolheid is een extreem gevaarlijk en dodelijk virus dat ook besmettelijk is voor de mens en andere dieren. Het virus wordt overgedragen via het speeksel, bijvoorbeeld via een beet van een besmette hond, kat, vos, vleermuis,… Besmette dieren zullen gaan kwijlen en agressief gedrag vertonen en sneller mensen en andere dieren aanvallen.
Wanneer een mens of dier besmet is met hondsdolheid, kent deze ziekte met zekerheid een dodelijke afloop.
Gelukkig komt hondsdolheid niet meer voor in België en onze buurlanden. Het komt echter wel nog voor in Oost-Europa en andere werelddelen. Iets wat we wel in ons achterhoofd moeten houden bij de import van jonge broodfokhondjes. Pups mogen in regel pas vanaf de leeftijd van 15 weken de grens over, aangezien ze hun vaccin tegen hondsdolheid pas op de leeftijd van 12 weken mogen krijgen. In de praktijk zien we helaas vaak hondjes waarvan de geboortedatum vermoedelijk niet correct is. Dit wil zeggen dat ze het vaccin te vroeg gekregen hebben en mogelijks dus niet beschermd zijn. Een gevaarlijke situatie, maar moeilijk om te controleren…