Alles wat je
moet weten
over
jouw
konijn

Bezint eer je begint is een oud gezegde die zeker van toepassing is bij het aanschaffen van eender welk dier. Konijnen worden te vaak in een opwelling gekocht aangezien ze op zeer veel plaatsen te koop worden aangeboden en het toch zo'n ongelooflijk schattige diertjes zijn. Maar ook bij het houden van een konijn komt er heel wat kijken.

Aangezien het konijn een prooidier is, toont hij niet snel dat hij ziek is of pijn heeft. Dit kan gevaarlijk zijn omdat de aandoening vaak in een te laat stadium wordt opgemerkt en daardoor de kans op overleven soms klein is. Daarom is het belangrijk om snel contact op te nemen als je merkt dat je konijn rustiger is, minder eetlust heeft, en/of diarree heeft.

Konijnen zijn niet altijd het ideale huisdier voor (jonge) kinderen, omdat ze niet graag geknuffeld en opgepakt worden. Maar wanneer je jezelf en je kinderen verdiept in het gedrag van konijnen, en hun natuurlijke instincten respecteert, zijn het wel zeer leuke huisdieren!

Zorg voor een ruim hok en ren waar ze kunnen rondhuppelen, languit liggen, schuilen tegen felle zon en regen en wind,… In een te kleine kooi kan een konijn te weinig lichaamsbeweging hebben, wat resulteert in overgewicht, een slechte darmwerking, verveling en zelfs depressie.

Konijnen kunnen in veel gevallen zindelijk gemaakt worden, waardoor ze ook wel eens in huis gehouden worden. Let dan wel op voor elektriciteitssnoeren, want daar zetten ze nogal graag hun tanden eens in!

Helaas gebeurt het wel eens dat mensen het houden en verzorgen van een konijn toch onderschat hebben. Informeer je dus goed voor de aankoop, wij geven graag nog extra uitleg!

Gelukkig bestaan er organisaties en asielen die deze konijnen opvangen en er een nieuwe thuis voor zoeken.

Bent u op zoek naar een konijn en wilt u een diertje een tweede kans geven, kijk dan zeker eens bij dergelijke organisatie! 
 

Er zijn verschillende fatale konijnenziekten waartegen men kan vaccineren. Zo kan men enerzijds voor RHD (Rabbit Haemorrhagic Disease) vaccineren en anderzijds tegen myxomatose.
RHD wordt van konijn op konijn overgedragen, maar ook via insecten, mest, materiaal zoals besmette voederbakjes en besmet gras, groenvoer,… De kans dat uw konijn met dit calicivirus in contact komt is bijgevolg vrij groot. Na zo’n drie dagen na het contact met het virus zal het konijn niet meer willen eten, geen fut meer hebben, koorts en pijn krijgen,…

Er zullen inwendige bloedingen optreden, wat fataal is voor het diertje. Vaak heeft het konijn op het einde van zijn leven bloederige neusuitvloei. In sommige gevallen zijn er geen symptomen te bespeuren en sterft het konijn heel plots. Als uw konijn de ziekte heeft opgelopen, is er helaas geen behandeling om hem te genezen. Gelukkig kunt u de ziekte wel vermijden door middel van vaccinatie.

Sinds kort is er een nieuwe variant van RHD in opmars in België. Het standaard vaccin beschermt uw dier niet tegen deze nieuwe vorm, nl RHD type 2. We hebben sinds augustus 2016 echter een vaccin voorhanden die wél bescherming biedt tegen RHD1 én RHD2.

Anderzijds kan men ook tegen myxomatose vaccineren. Het pokkenvirus is hierbij de boosdoener en ook dit virus kan worden overgedragen van konijn op konijn, maar ook via insecten en besmet materiaal. Als uw dier myxomatose heeft, zult u zwellingen ter hoogte van de ogen, snuit en
anus zien.

Ook huidverdikkingen op bijvoorbeeld de oren kunnen worden gezien. Door het verdikte neusslijmvlies kan het konijntje niet meer goed ademen en een longontsteking wordt ook wel eens gezien. De kans op sterfte is vrij groot, hoewel een behandeling tijdens de ziekte af en toe eens succes heeft. Maar voorkomen is uiteraard beter dan genezen! Door uw konijn te vaccineren is hij beschermd tegen deze ernstige ziekte.

Voor een goeie bescherming dient er jaarlijks gevaccineerd te worden. U kan uw konijntje reeds laten inenten vanaf 6 weken ouderdom.

Dominantie komt vaak voor bij konijnen, zowel tussen de dieren onderling, maar ook naar de eigenaars toe. Dit uit zich door grommen, bijten, sproeien, vechten of rijden op een ander konijn. Zowel vrouwelijke als mannelijke konijnen kunnen agressief gedrag vertonen.

Dit gedrag kan (deels) voorkomen worden door uw dieren te castreren of te steriliseren. Daarenboven is er op deze manier geen kans meer op ongewenste nestjes.

De sterilisatie of castratie bij konijnen kan vanaf een leeftijd van ongeveer 3 maanden. Over het algemeen maken we een afspraak in de voormiddag om uw dier te opereren. In tegenstelling tot honden en katten die nuchter moeten zijn voor een operatie, mogen konijnen steeds blijven eten.

Vrouwelijke konijnen die niet gesteriliseerd zijn, worden vaak schijndrachtig. Ze maken dan een nest van hooi, stro en haren van hun vacht. Soms plukken ze zichzelf bijna helemaal kaal. Daarnaast is de kans groot dat ze op latere leeftijd kwaadaardige tumoren van de melkklieren en baarmoeder ontwikkelen. Na sterilisatie zal dit gedrag niet meer voorkomen en zal de kans op tumoren heel sterk dalen.

Voor meer informatie over de ingreep kunt u steeds bij ons terecht.
 

Om tandproblemen en spijsverteringsproblemen te voorkomen, heeft het konijn de juiste voeding nodig. Het belangrijkste voedsel dat het dier nodig heeft is hooi! Dit moet naast vers water ALTIJD ter beschikking staan voor het konijn! Hooi zorgt voor een gezonde darmflora en zorgt voor een goede darmwerking, waardoor de kans op darmimmobiliteit kleiner wordt.

Het konijn is praktisch de hele dag bezig met het hooi op te eten, waardoor de tanden goed afslijten en het konijn zich minder zal vervelen. Het dieet van een konijn bestaat uit 70% hooi, 20% groenten (en fruit) en slechts 10% korrels!

Als aanvulling op het hooi kunt u groenten, fruit en het commerciële droogvoer geven (20 à 25gram/kg lichaamsgewicht).

Je kiest best voor een kwalitatieve pellet in plaats van een graanmengeling. Enerzijds is graan een dikmaker voor konijnen, anderzijds kunnen ze bij de mengeling selectief gaan eten waardoor ze voedingsstoffen te kort kunnen komen. Bij pellets is elke korrel hetzelfde, waardoor selectie niet mogelijk is.

Ook groenten mogen gegeven worden en zal het konijn appreciëren, maar dit moet langzaam worden opgebouwd om diarree te vermijden. De eerste keer dat u een soort groente geeft, mag dit slechts een klein stukje zijn. De volgende dag controleert u de keutels, deze moeten mooi rond en stevig zijn. Wanneer u in een keer een grote hoeveelheid groente geeft dat uw konijn nog niet gewend is, is de kans op diarree reëel. De dieren (vooral de jonge) kunnen hier aan sterven!

Als u gras wilt geven, moet dit met de hand geplukt of geknipt zijn; gemaaid gras is uit den boze! In het voorjaar heeft het gras een andere samenstelling  (meer eiwitrijk) dan in het najaar (meer vezels). Zorg daarom, net zoals bij groenten en fruit, dat je konijn het langzaamaan gewoon wordt. Door teveel gras in één keer te geven, bestaat het risico op diarree.
Er bestaan ook gedroogde grassen en kruiden (bv paardenbloem, brandnetel, groene haver,...) die commercieel te verkrijgen zijn.

Fruit zoals kiwi, aardbei, frambozen, banaan, ananas,… mag ook gegeven worden. Dit kan eerder aanzien worden als een snoepje, dus geef dit in mate!

Let op met fruit die pitjes bevatten, zoals appels, peren, druiven,… Deze pitjes zijn giftig voor konijnen, dus verwijder deze vooraleer je het aan je konijn geeft!

Konijnen hebben een zeer gevoelig maagdarmstelsel. De normale darmflora kan door plotse voederveranderingen snel verstoord worden. Het is dus van groot belang dat u het voeder van uw konijn niet zomaar verandert. Daardoor kan namelijk diarree ontstaan en dit kan zeer gevaarlijk en zelfs fataal zijn. Vaak stopt het konijn dan met eten en valt de darmperistaltiek weg met “ileus” of “darmimmobiliteit” als gevolg. Hierbij blijft de darminhoud ter plaatse waardoor het begint te gisten. Daardoor ontstaat er gas en zet de darm uit, wat zeer pijnlijk is voor het konijn. Daarnaast ontstaat er een gunstig milieu voor schadelijke darmbacteriën die gifstoffen zullen produceren.

Dus als u merkt dat uw konijn minder eetlust heeft, diarree heeft, geen mest meer maakt of kleine keuteltjes produceert waarrond er zich helder of geelachtig slijm bevind, niet veel beweegt, knarsetandt door de pijn,… neemt u best zo snel mogelijk contact met ons op!

In tegenstelling tot wat veel mensen veronderstellen, behoort het konijn niet tot de knaagdieren, maar tot de haasachtigen. Dit betekent echter niet dat een konijn geen knaagmateriaal nodig heeft! De tanden van een konijn groeien namelijk zijn hele leven door. Dit wil zeggen dat ze moeten afslijten door middel van knagen en eten.

Sommige konijnen hebben een afwijkende groei van de snijtanden, waarbij de snijtanden van de onderkaak niet tegen deze van de bovenkaak komen. Als deze konijnen onvoldoende kunnen knagen, worden hun tanden zodanig lang dat de dieren niet meer kunnen eten en tenslotte sterven. Ook kunnen er tandpunten gevormd worden, wat kan zorgen voor letsels aan de tong en wangen. Deze lange tanden worden “olifantstanden” genoemd en is een vaak gezien probleem. Het is dus zeer belangrijk om uw konijn van voldoende knaagmateriaal te voorzien en voeding en hooi van goede kwaliteit te geven.

Daarnaast is het ook aangeraden om de tanden regelmatig te bekijken. Als u merkt dat de tanden te lang worden, maakt u best een afspraak zodat we dit kunnen nakijken en behandelen.

Konijnen eten in normale omstandigheden hun nachtkeutels opnieuw op. Deze keuteltjes zijn kleiner en malser dan de dagkeutels die je kan vinden in hun hok.
De nachtkeutels bevatten veel aminozuren, vitaminen, mineralen en bepaalde bacteriën die het konijn nodig heeft om goed te functioneren. Dit proces wordt coprofagie genoemd.

Zie je plots meer ‘natte’ keutels in het hok liggen, dan is de kans groot dat dit de nachtkeutels zijn die het konijn niet heeft opgegeten. Hou dit en het gedrag van je konijn in het oog en contacteer ons bij twijfel!

Een probleem die vrij vaak bij onze konijnen voorkomt is “myasis”. Dit wil zeggen dat vliegen hun eieren onder bevuilde haren van het konijn leggen. Uit deze eieren komen er larven, die zich voeden met de huid van het dier. De larven eten zich dus letterlijk een weg in het konijn. Dit kan zeer snel verlopen en de kans op sterfte is zeer groot.

De vliegen leggen hun eieren het liefst op warme, vochtige plekken. Myasis komt bijgevolg meestal voor bij konijnen met diarree of een natte wonde.

Controleer in het vliegenseizoen uw konijn regelmatig en contacteer ons als uw konijn diarree zou hebben!